Bas en ik staren geconcentreerd naar het scherm van mijn telefoon. ‘Maar dan is dit toch een velgrem?’ ‘Ja precies, met die blokjes.’ ‘Maar dat is dan toch iets anders dan een schijfrem?’ ‘Ja, ik denk het wel.’ ‘Dus dan heb ik toch niks raars gezegd?’ ‘Nee, ik denk het niet.’ Ik haal opgelucht adem, volgens mij heb ik niks raars gezegd.
Die ochtend hebben we voor het eerst onze fietsen ontmoet. De fietsen waarmee we in twee-en-een-halve maand Amerika zullen doorkruisen. Ze stonden glimmend op ons te wachten bij firma Snel in Utrecht, alles erop en eraan. Berend liet ze ons zien. Na wat kreten van bewondering deed Bas zijn korte broek aan en begonnen we aan onze eerste proefrit van 40 kilometer naar Amsterdam. Hij eerst op de zwarte, die met het karretje, en ik op de rode. Halverwege wisselden we. Zo zou het ook in Amerika gaan. Het was heerlijk. De fietsen liepen als een zonnetje, ik had nog nooit zo soepel geschakeld.
Nadat we ze in Amsterdam naar de zolder van Bas hadden getild werden we geïnterviewd door Martijn van radio 1. Elke zondag belt Bas met radio 1 om te vertellen waar ter wereld hij nu weer uithangt, maar omdat hij nu in Amsterdam was kwam Martijn gewoon even langs. Kon hij meteen de fietsen zien. Ik vertelde hem hoe we de fietsen in Amerika gaan testen, de eerste duurtest van Snel, en dat de fietsen daarom zo verschillend zijn. De een met derailleur, de ander Rohloff. De een met 26 inch wielen en de ander 28 inch. De een met schijfremmen en de ander met velgremmen. Terwijl ik het zeg twijfel ik. Het klopt toch wat ik zeg, of was er nou nog iets? Maar Martijn stelt alweer de volgende vraag. Ik zoek het zo nog wel even op.
Een dag na de uitzending krijgen we een mail van Berend. Leuk interview, maar misschien is het goed om even wat dingen uit ons hoofd te leren. De technische details. Zoals de hydraulische schijfremmen van Shimano en de hydraulische velgremmen van Magura. Dat komt duidelijker over. Hydraulisch. Dat was het. Meteen even opzoeken wat dat precies betekent.
Een paar dagen later fietsen we de rit in omgekeerde volgorde, van Amsterdam naar Utrecht, vanavond zullen we bij Snel de workshop Pech en onderhoud voor beginners volgen. Als we halverwege op een bruggetje een broodje kaas zitten te eten kijk ik naar de fietsen, onze fietsen. Dat beeld gaan we nog vaker zien, denk ik, deze twee fietsen samen tegen een boom of een hek in stille afwachting van de kilometers die zullen volgen.
Als we aankomen bij Snel is het eerste wat Berend opvalt dat de bidons gemixt zijn. Dat klopt. Bas had alleen de zwarte gevuld, dus we hebben geruild waardoor nu allebei de fietsen een zwarte en een witte bidon hebben. Natuurlijk niet zoals het bedoeld was. Even later begint de workshop. Randy legt ons en acht medecursisten uit hoe we een wiel eruit en er weer in kunnen zetten, hoe we een band moeten plakken, hoe we een gebroken ketting moeten repareren of de remblokjes kunnen vervangen. En dat voor alle mogelijke systemen. Want elk remsysteem vraagt weer om net een andere aanpak. Als hij over onze hydraulische velgremmen praat begint hij te glunderen, dat is toch eigenlijk wel het mooiste systeem. Ik luister met groeiende bewondering naar het verhaal van Randy. Met hoeveel liefde hij praat over de verschillende fietsen die voor hem staan. Als na drie uur de workshop is afgelopen weet ik zeker dat hij met gemak nog de hele nacht door zou kunnen praten over lagers en de juiste manier om je ketting te smeren.
We laten de fietsen achter bij Snel en nemen de trein terug naar huis. Ik had ongelijk, denk ik, de fietsen zijn niet van ons, in ieder geval nu nog niet. Deze fietsen zijn van de mannen van Snel. Van Berend. Van Randy. Die ze in elkaar hebben gezet en van elk schroefje weten waarom het er zit. Wij mogen de fietsen twee-en-een-halve maand lenen. En ik ga mijn best doen de fietsen zo goed mogelijk te leren kennen. Maar dat zal niet gebeuren door een lijstje uit mijn hoofd te leren. Dat zal gebeuren door ze op het vliegveld van Washington zonder de hulp van Berend uit hun doos te halen en terwijl je ze in elkaar probeert te zetten te balen dat je niet goed genoeg had opgelet toen hij alles uitlegde. Door er na tweeduizend kilometer achter te komen dat je tussen versnelling 8 en 9 toch beter wat minder kracht kan zetten. Door ergens op een prairie in de brandende zon een gebroken ketting te repareren terwijl een paar buffels nieuwsgierig toekijken.
Ik kan niet wachten.