En toe stonden we op de ferry naar Seattle. En zagen we achter de rook, overgewaaid uit door bosbranden geteisterd Canada, onze eerste skyline sinds Chicago opdoemen. Het doel was bereikt. Af en toe een stukje met de auto of met de trein, maar toch vooral op de fiets. 2500 mijl, 4000 kilometer, van Lissabon naar Moskou zeg maar. Voor de reis had ik stiekem verwacht dat dit dan het moment zou zijn dat Bas en ik elkaar huilend in de armen zouden vallen, maar dat bleek mee te vallen. Ik probeerde de trip als een geheel te zien, als iets dat we nu hadden afgerond, een lange boog die uiteindelijk in Seattle zou landen, maar het lukte niet. We hebben zoveel mensen ontmoet, zoveel plekken gezien, in zoveel huizen geslapen. Vaak leek het alsof elke dag een nieuwe reis begon.
En eigenlijk stopte de reis ook niet in Seattle. We moesten nog naar Kent, een stadje op dertig kilometer meer naar het zuiden. Daar zouden we verblijven bij Jake, of eigenlijk bij zijn ouders. Bas had Jake vorig jaar rond deze tijd ontmoet toen hij hem lift gaf ergens in Macedonië. Jake was op reis, zonder geld naar waar de wind hem bracht. In december kocht zijn vader, na zijn zoon anderhalf jaar niet te hebben gezien, een vliegticket voor hem als kerstverassing voor zijn moeder. En nu, acht maanden later, wil hij niets liever dan weer weg. Wie weet in oktober al, zeven maanden naar Antarctica om te werken. Hij staat boven aan de reservelijst dus er hoeft maar één iemand af te haken. En ondertussen slaapt Jake in een hangmat in de tuin. Zijn kamer gebruikt hij om te yoga-en.
Maar zelfs toen we de fietsen de garage van David en Vicky binnenreden voelde ik het einde nog niet. Terwijl dit toch echt de laatste keer was dat we voorlopig op deze fietsen zouden rijden. Een dezer dagen moeten we naar de fietsenmaker om dozen te halen en dan zullen we in de garage onze fietsen uit elkaar halen, wielen eruit, stuur los, pedalen eraf, en ze zo veilig mogelijk verpakken. En terwijl de fietsen vliegtuig klaar staan af te wachten op het moment dat we ze met een uber naar het vliegveld zullen vervoeren hebben wij nog anderhalve week in Seattle. De Space Needle op (als de rook wegtrekt), Een dag hiken in Olympic National Park. Een lang weekend naar Vancouver. Alsof we op vakantie zijn.
Ondertussen dwalen mijn gedachten steeds vaker af naar thuis. Want in tegenstelling tot Jake kijk ik er naar uit om weer daar te zijn waar niet alles nieuw is, niet elke dag een avontuur met onbekende uitkomst. Ik kijk er naar uit om op mijn bank te zitten en om mij heen de spullen te zien die ik ken. Om koffie te drinken bij het tentje op de hoek met vrienden met wie ik al jaren koffie drink bij tentjes op de hoek. Ik kijk uit naar de dagen dat ik mij zal vervelen, de tijd die ik zal verspillen, om vanuit de stilte ideeën te krijgen, nieuwe plannen te maken. Op reis zijn is fantastisch, maar het voelt ook alsof je echte leven even op pauze staat.
En als we thuis zijn zullen we de fietsen weer teruggeven aan Snel fietsen. De fietsen die langzaam een beetje onze fietsen zijn geworden en die ik zeker zal gaan missen. Vooral de zwarte, die het meeste als mijn fiets voelt omdat ik er het meest op heb gefietst. We hebben de fietsen meegekregen om ze te testen, een echte duurtest. En dat hebben we gedaan, totaal onervaren vertrokken we in Washington om twee maanden later met iets meer ervaring aan te komen in Seattle. Al zijn we genoeg fietsers tegengekomen waar we nog op geen enkele manier aan kunnen tippen. Zoals op de laatste dag voor Seattle in het kustplaatsje Port Townsend. Dan en Lys Burden die in 1972 al van Canada naar Zuid-Amerika fietsten en die vier jaar later een gigantisch evenement organiseerden waarbij 4000 man dwars door Amerika fietsten. Fietspioniers die al veertig jaar onderdak bieden aan medefietsers. Of Harvey die al door Mongolië is gefietst en volgend jaar in een half jaar dwars door Europa zal trekken. Daar zijn we nog niet, maar toch horen we er al een beetje bij. Bij de fietsgemeenschap.
Voor de andere leden van deze gemeenschap: in het tijdschrift Op Pad zal een artikel verschijnen waarin de verschillen tussen de twee fietsen uitgebreid aan bod zal komen. Maar hier alvast een persoonlijk tipje van de sluier. Als ik uit deze twee fietsen mijn perfecte fiets zou kunnen samenstellen voor een volgende trip zou ik allereerst gaan voor de 26inch wielen met iets dikkere banden. Op een perfect geasfalteerde weg heb je meer rolweerstand, maar op gravelwegen (die we hier vaak zijn tegengekomen) voelt het veel stabieler. Verder zou ik gaan voor velgremmen tegenover schijfremmen, schijfremmen zijn zeer comfortabel maar als ze iets uit het lood raken zijn ze moeilijk helemaal recht te krijgen als je fiets ergens omgekeerd in de berm staat. Hydraulische remmen zijn erg fijn en haast niet kapot te krijgen, al zou ik volgende keer - voor het geval dat - toch wat meer kennis willen hebben hoe ik die eventueel zou kunnen repareren. Qua versnellingen zou ik denk ik toch gaan voor Rohloff in plaats van derailleur. In de bergen is het soms vervelend dat je wat minder subtiel kan schakelen, maar het systeem is enorm robuust en het kost weinig onderhoud. Al geldt ook hier, als er iets kapot was gegaan had er (voor ons) niks anders op gezeten dan naar een fietsenwinkel gaan. Qua bepakking weet ik het nog niet. Hoe fijn ik de trailer ook vond fietsen denk ik toch dat ik voor de klassieke fietstassen zou gaan. Al zou ik waarschijnlijk proberen zo licht te pakken dat ik alleen de achtertassen nodig zou hebben. En een tentje op de bagagedrager. Zoiets.
Nu alleen nog even kijken waar de volgende fietstrip naartoe zal gaan. De westkust van Amerika misschien, van Vancouver naar San Francisco. Of iets meer in de buurt, van Rotterdam naar Lissabon. Of naar het oosten van Europa. Binnenkort eens kijken, onder het genot van een koffie bij het tentje op de hoek.