Het is acht uur 's ochtends. Ik loop door Amsterdam op weg naar Bas. Het is stil op straat en ondanks het vroege uur is het zonnig, op deze manier ga ik Amsterdam nog missen. We pakken de laatste spullen in en stappen dan in een Uber naar Utrecht. We vertellen Phil, de chauffeur, over onze reis en krijgen de tip om naast foto's vooral ook bewegend materiaal op het internet te zetten, zodat de mensen het gevoel krijgen dat ze er echt bij zijn. In Utrecht hebben we afgesproken bij Snel, waar onze fietsen staan. Snel voelt al bijna als onze tweede huis, zo vaak als we hier de afgelopen tijd zijn geweest. Ook hier ga ik het missen. Twee dagen terug hebben we de fietsen ingepakt in de werkruimte. Met een paar stevige grote dozen, al het nodige gereedschap en af en toe wat hulp ging dat prima.
Met dikke stift staat er zo vaak mogelijk FRAGILE en THIS SIDE UP opgeschreven. Nu maar hopen dat ze goed aankomen en dan begint de eerste echte klus, als we ze op het vliegveld in IJsland weer in elkaar moeten zetten. Maar als we gewoon rustig de tijd nemen moet dat goedkomen. Plus: we moeten ergens op het vliegveld onze dozen stallen voor de doorvlucht naar Washington. Berend rijdt ons naar Schiphol waar we de fietsen inchecken bij de odd-size luggage. We worden uitgezwaaid door de familie van Bas en voor we zijn opgestegen slaap ik al, op de een of andere manier word ik altijd slaperig van vliegtuigen. Later kijk ik een Pixarfilm die zich afspeelt in Schotland, om alvast in noordelijke sferen te geraken, en missen we de beslissende tijdrit van Tom Dumoulin. De baby voor ons lijkt het gelukkig allemaal niet zo veel uit te maken. En dan arriveren we in IJsland, waar het - terwijl ik dat eigenlijk al lang wist, ik zat al dagen weeronline te verversen - toch verassend fris is.
Ik ben geen ervaren reiziger, maar waar ik altijd verbaasd over ben is dat de plek van bestemming elke keer weer anders is dan ik had verwacht. Zonder dat ik weet wat ik dan precies had verwacht. En ook hier is alles net anders.
In de taxfreeshop naast de bagagehal waar half IJsland goedkope(re) drank en maxiverpakkingen drop en chocolade inslaat scoren we een zakje pinda's om vervolgens in een hoekje van de chaotische hal aan onze fietsen te beginnen. Als je er na de douane pas achterkomt dat er iets aan de hand is heb je geen poot om op te staan en we hadden de dozen al in en uit het vliegtuig zien gaan, gestapeld en met een hele andere kant up, maar op het eerste gezicht zien ze er net zo uit als toen we de dozen inpakten. Een zwarte en een rode. De bevestiging van het stuurtasje roept de eerste vragen op, maar niks om je zorgen over te maken, eigenlijk verloopt het best gesmeerd allemaal. Alleen zo nog een plekje voor de dozen regelen.
Halverwege het in elkaar zetten worden we, om redenen die mij nooit helemaal duidelijk zijn geworden, weggestuurd uit ons hoekje en lopen we met twee half in elkaar gezette fietsen langs de douane. Buiten komen we erachter dat de IJslanders op de parkeerplaats naast het vliegveld een glazen hokje hebben gebouwd speciaal voor ons doeleinde. Er zijn twee plekken om je fiets op te hangen, er is gereedschap en het is er warm. Op de muur heeft iemand plaatjes getekend met tien tips voor fietsers op IJsland. Een van de remmen blijft maar aanlopen, maar na een colapauze en een youtubetutorial blijkt er ergens een magisch schroefje te zitten. Het duurde allemaal iets langer dan verwacht, maar de fietsen zijn weer heel. Nu alleen die dozen nog. Die moeten we toch wel ergens op het vliegveld kunnen stallen voor een paar dagen?
Nee dus. Althans, er is niemand kan ons helpen. Balies zijn al leeg of degene die er zit weet van niks. Begrijpt niemand hoe belangrijk die dozen zijn? Die hebben we nodig straks, echt nodig. Hoe gaan we anders de fietsen meekrijgen naar Amerika? Ook de tien tips aan de muur van de Bike Pit helpen ons niet. Die gaan over meeuwen die je brood proberen af te pakken als je naast een geiser zit te lunchen. Een lichte paniek maakt zich van me meester. Begrijpt niemand hoe belangrijk dit is? En dan doen we wat het meest logisch is. We vertrouwen op de goedheid van de mens en schrijven een briefje. Bas verbetert nog even een grammaticale fout en dan plakken we hem op de dozen die we hebben opgestapeld in de hoek. We doen onze fietskleding aan, heel even sta ik naakt in een glazen hokje ergens op een parkeerplaats in IJsland, en stappen op onze fiets. Een laatste keer kijk ik om en bedenk me dat ik nog nooit op deze manier naar twee kartonnen dozen heb gekeken, zo vol bitterzoete verlatingsangst.
En dan zijn we vertrokken. De eerste 50 kilometer naar Reykjavík. We fietsen.